Een patiënt met psychosegevoeligheid heeft een GGZ-instelling aangeklaagd wegens discriminatie. Een behandeling voor verslaving werd hem geweigerd. "Dit is schering en inslag."
Het begon met spinnen die over zijn beeldscherm liepen. Timo Verhaag (32) liep stage bij de openbare bibliotheek en voerde de resultaten in van een tevredenheidsonderzoek onder medewerkers. En toen kwamen ze te voorschijn, vier zwartrode spinnen, die langzaam van onder naar boven over het scherm kropen.
“Ik vond het niet echt beangstigend maar ik vroeg me daarna wel af of het iets te maken had met mijn levensstijl. Ik ben jarenlang op technofeesten en festivals hele nachten doorgegaan, met pillen, ketamine. Maar ook stress speelde een rol, net als ADHD en onzekerheid."
Niet lang daarna dringen zich wanen op. Verhaag heeft op een dag het gevoel dat hij over magische krachten beschikt, maar beseft tegelijkertijd dat het niet klopt. "Ik zocht mijn vader op in zijn flat, en we besloten om naar de crisisdienst te gaan. Maar de behandelaar stuurde me met slaappillen naar huis."
Traumahelikopter
Eenmaal terug in de flat laat zijn vader de hond uit. Als het rondje er bijna op zit, ziet de man hoe zich een groep bewoners voor zijn flatgebouw verzamelt en snelt ernaartoe. En dan ziet hij zijn zoon met een gebroken rug op de grond liggen. Hij is zojuist van de vijfde verdieping naar beneden gesprongen.
“Ik ging het balkon op en dacht dat ik naar een volgend level kon springen, naar een betere wereld waar mensen speciale dingen konden, rechtstreeks hun emoties delen zonder woorden. Al mijn vrienden en familie waren er al, behalve ik.”
De traumahelikopter is snel ter plaatse en kort daarna ligt Verhaag op de OK in het ziekenhuis. “Toen ik half uit de verdoving kwam, vroeg mijn vriendin of ik dood wilde. Ik kon nog niet praten en schreef op een briefje: ‘Nee, ik wilde naar een ander level.’ Maar daar snapte ze niets van natuurlijk.”
Dwarslaesie
Verhaag, die niet met zijn eigen naam in de krant wil met het oog op sollicitaties, doet zijn verhaal aan de keukentafel, vanuit zijn rolstoel. Hij heeft er een incomplete dwarslaesie aan overgehouden, wat betekent dat hij wel nog gevoel heeft in zijn benen, maar niet meer kan lopen.
Na de val en de revalidatie kan niets hem nog "boeien”. Hij zit alleen thuis, wordt somber, onverschillig, en gaat steeds vaker aan de drugs. Op een dag geeft hij al zijn geld uit aan cocaïne, speed en slaappillen. “Ik zat er helemaal doorheen, en toen ik mijn moeder in huilen zag uitbarsten om wat ik mezelf allemaal aandeed, hakte ik de knoop door: ik zou me te laten behandelen voor mijn verslaving."
Hij meldt zich aan bij GGZ-instelling Momentum en mag op intakegesprek. Maar als tijdens een tussentijdse telefonische screening blijkt dat hij psychosegevoelig is, staat de intake meteen op losse schroeven. Er is in de instelling extra overleg nodig.
Zijn psychosebehandelaar, bij instelling ProPersona, stuurt een mail naar Momentum. Haar patiënt is stabiel, schrijft ze, en helemaal klaar voor de behandeling. Het mag niet baten: twee weken later wordt Verhaag afgewezen.
Zelfbeschadiging
Dit is dus schering en inslag, zegt klinisch psycholoog Tonnie Staring, gespecialiseerd in psychosezorg. “Harde cijfers zijn er niet, maar uit een peiling onder psychosebehandelaren van elf grote GGZ-instellingen blijkt dat ze het probleem allemaal kennen. Zodra ze hun patiënten verwijzen voor een behandeling voor depressies, angsten, trauma's, persoonlijkheidsproblemen of verslaving, stuiten ze geregeld op een dichte deur. Soms zelfs in de eigen instelling. Van mijn patiënten krijgt de helft nul op het rekest, schat ik. Terwijl ze net als iedereen moeten worden behandeld. Dat staat ook in de landelijke richtlijnen.”
Soms zijn instellingen bang dat de patiënt door hun behandeling ontspoort, soms vrezen ze dat er gedoe van komt. “Wat als er hallucinaties of wanen optreden, als er extra maatregelen nodig zijn, of als de patiënt niet komt opdagen. Over deze groep bestaan de meeste vooroordelen en stigma’s.”
Dat deze patiënten geen zorg krijgen, is een immens probleem in de ggz, zegt Bert Stavenuiter, woordvoerder van patiëntenfederatie MIND. "Het is een van de klachten waarover wij het meest worden gebeld. Ben je gevoelig voor psychoses, dan krijg je geen hulp voor suïcideneigingen, zelfbeschadiging, trauma of verslaving. Dat terwijl uit een eigen enquête bleek dat vier van de vijf patiënten met psychoses verslaafd is. Schandalig, maar het is wel hoe we het in Nederland hebben georganiseerd: wie last heeft van een lichte depressie of angststoornis, mag doorlopen en wie ingewikkelder in elkaar steekt, blijft aan de kant."
Stereoptiepen
De afwijzing is voor Verhaag aanleiding om een zaak aan te spannen bij het College voor de Rechten van de Mens. Samen met Staring klaagt hij Momentum aan wegens discriminatie, wegens ongelijke behandeling van een specifieke groep psychiatrische patiënten. In december vond de hoorzitting plaats in Utrecht.
Momentum werkt veel met groepsbehandelingen die confronterend zijn en waar therapeuten de stress bewust opvoeren om doorbraken te forceren. Daarbij is het volgens de instelling belangrijk dat de patiënt over voldoende draagkracht beschikt, anders is de kans op 'ontregeling' is groot.
Dat is ook wat Verhaag eerder van Momentum te horen kreeg, maar het is gebaseerd op stereotiepen, zegt Staring. "Ze hebben Verhaag nooit gezien en gaan ervan uit dat alle patiënten binnen de kortste keren gestresst zijn en in een psychose schieten, maar dat verschilt natuurlijk per persoon. Momentum heeft geen idee wat Verhaag als stressvol ervaart. Hij koos mede voor deze instelling vanwege de groepstherapieën, waar hij veel ervaring mee heeft en die hij prettig vindt vanwege het contact met andere patiënten."
En ja, ontregeling komt soms voor, zegt Staring. “Maar niet behandelen is schadelijker dan wel behandelen. Daarover zijn wetenschappers het al jaren eens. Dat geldt zelfs voor ingrijpende traumatherapieën, omdat verreweg de meeste patiënten met psychosegevoeligheid er baat bij hebben en een zinvoller leven kunnen leiden."
Destigmatiserend
Momentum maakt zich tevens zorgen over de veiligheid van de andere patiënten in de groep. De instelling heeft vóór de zitting een beroep gedaan op een 'uitzondering in de gelijkebehandelingswetgeving', die discriminatie toestaat als de veiligheid in het geding is. Een ontregeling van één patiënt kan volgens de instelling namelijk schadelijke gevolgen hebben voor de andere groepsleden en voor het hele behandeltraject.
Staring vraagt zich af hoe Momentum weet of de veiligheid in het geding is. "Het veronderstelt dat Verhaag gevaarlijk is, maar ook dat is een vooroordeel, want zoals gezegd heeft men hem nooit ontmoet."
Dat een ontregeling onveilig of schadelijk is voor andere groepsleden is sowieso “zeer overtrokken en onjuist”, zegt Staring. “Ik weet uit ervaring dat zo’n groep het prima aankan als iemand hallucinaties of wanen krijgt. Het werkt zelfs destigmatiserend, anderen merken dat het niet eng is, maar dat ze nog gewoon met de patiënt kunnen praten.”
De Nederlandse GGZ
Wie heeft nou eigenlijk het laatste woord over een behandeling, vraagt Momentum zich aan het eind van de zitting af. Is dat de patiënt of de behandelaar? Heeft een instelling nog professionele autonomie? Kan die naar eigen goeddunken een veilige omgeving creëren voor patiënten?
Als het College besluit dat er sprake is van discriminatie – de uitspraak volgt deze maand - zal de impact op de geestelijke gezondheidszorg groot zijn, denkt Staring. "Dan moeten instellingen volgens mij hun beleid aanpassen. Sommige melden expliciet op hun website dat specifieke patiëntengroepen niet welkom zijn. Dat kan dan niet meer. Ik denk dat veel behandelaren zich achter de oren zullen krabben, en voor het eerst beseffen dat ze discrimineren, dat ze mensen ten onrechte uitsluiten.”
De Nederlandse GGZ, die de belangen van de instellingen behartigt, onthoudt zich van commentaar en wil eerst het oordeel van het College afwachten.
Stoorzender
Verhaag heeft het telefoongesprek waarin een psychiater van Momentum hem afwijst, opgenomen. Het diende als bewijsmateriaal in de zaak. "Misschien niet chique", zegt hij, "maar ik merkte al dat ze weinig transparant waren. Ze wilden bijvoorbeeld niet schriftelijk bevestigen waarom ze mij zorg weigerden. En ik wilde iets aan dit onrecht doen. Ik ben geen moeilijk geval, een stoorzender, die je buiten de deur moet houden. En dat geldt ook voor al die andere patiënten die niet de zorg krijgen waar ze recht op hebben."
Zelf heeft hij die onlangs wél gekregen bij verslavingsinstelling Trubendorffer, waar hij drie maanden gesprekstherapie heeft gevolgd en deelnam aan online praatgroepen. Ik ben nu clean, maar heb nog wel af en toe een terugval. Een maand geleden heb ik ’s avonds een keer coke gebruikt. Dat voelt naar, maar ik ben blij dat ik het nu onder controle heb.