Bij de beslissing om wel of geen euthanasie te verlenen aan psychiatrische patiënten, zouden artsen meer rekening moeten houden met het verdriet en de rouwklachten van nabestaanden. Die blijken na euthanasie veel minder ernstig dan na zelfdoding.
Het is voor het eerst dat onderzoekers het rouwproces in kaart brengen van partners van psychiatrische patiënten, die of via zelfdoding of euthanasie om het leven kwamen. Het gaat zo goed als altijd om mensen die lijden aan zware, terugkerende depressies of psychoses.
Zelfdoding komt bij deze groep het meeste voor. In 2020 pleegden 1040 mensen suïcide als gevolg van een psychische stoornis (van in totaal 1825 suïcides in dat jaar). Slechts 115 psychiatrische patiënten kwamen in 2021 door euthanasie om het leven.
Onderzoekers van ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum en de Universiteit voor Humanistiek vroegen zich af hoe nabestaanden het rouwproces ervoeren. In hoeverre verschilt dat na euthanasie in vergelijking met zelfdoding? Deze vragen kwamen aan bod in een vragenlijst en diepte-interviews met 27 nabestaanden. Twaalf van hen hadden te maken gehad met euthanasie, vijftien met suïcide. De onderzoekers beseffen dat de steekproef van 27 klein is, al wijzen de bevindingen sterk in dezelfde richting.
Schaamte
Nabestaanden melden na euthanasie van hun partner aanzienlijk minder rouwklachten en -ervaringen dan na suïcide, zegt prof. Geert Smid, onderzoeksleider en rouwexpert. "Dat komt doordat ze goed afscheid konden nemen, wisten dat hun partner niet had geleden, en op het moment zelf vergezeld werden door professionals. Als dit allemaal ontbreekt, als een partner dus onaangekondigd en gewelddadig uit het leven stapt, ontstaan de meeste problemen. Bekend is dat nabestaanden dan een hoog risico lopen op langdurige rouw, posttraumatische stress, depressie en zelfs suïcide."
Uit de diepte-interviews blijkt bovendien dat veel achterblijvers zich na een zelfdoding niet gesteund weten door familie en vrienden, omdat hun gedrag in twijfel wordt getrokken. Viel de suïcide niet te voorkomen? Opvallend hierbij is dat de omgeving vaak niet op de hoogte is van de psychische problemen, soms zelfs de eigen kinderen niet. Patiënten verzwijgen hun problemen uit schaamte of om te voorkomen dat naasten hen daarna anders tegemoet treden.
Bij euthanasie kunnen nabestaanden op meer begrip rekenen. Alleen al het feit dat de patiënt ervoor in aanmerking komt, beschouwt de omgeving als een bewijs dat hij zwaar moet hebben geleden. Direct na het overlijden voelen de nabestaanden zich bovendien gesteund door professionals, die de formaliteiten afhandelden.
Levenseindekliniek
Het verschil tussen euthanasie en zelfdoding is overigens niet altijd even groot, zegt Smid. "Vaker dan gedacht leven partners er samen naartoe en nemen op een mooie manier afscheid, meestal in hun eigen huis. Wel was voor de nabestaanden onduidelijk, en daardoor stressvol, of hun aanwezigheid strafbaar was. Ook twijfelden ze direct na het overlijden wanneer ze hulp zouden inroepen."
Na de melding volgen nog meer moeilijke momenten. Dan wacht de ondervraging en het onderzoek door de politie. Wat achterblijvers als bijzonder zwaar ervaren is dat ze tijdens het onderzoek worden weegehaald bij hun partners lichaam.
Mede om dit soort pijnlijke situaties te voorkomen bepleiten nabestaanden in de interviews, met name degenen die met zelfdoding te maken kregen, dat psychiaters eerder en vaker overgaan tot euthanasie bij psychiatrische patiënten. Het was voor de meesten de belangrijkste reden om aan het onderzoek mee te doen.
Van de weinige patiënten die in aanmerking komen voor euthanasie, wordt het merendeel begeleid door artsen van het Expertisecentrum Euthanasie, de vroegere Levenseindekliniek. In 2021 gold dat voor 83 van de 115 patiënten.
Spijt
Ondertussen krijgen bijna alle psychiaters ermee te maken en voelen ze de druk toenemen, zegt Sisco van Veen, psychiater en onderzoeker bij het Amsterdam UMC. "Het aantal euthanasieverzoeken is zeker tien keer zo hoog en groeit elk jaar. En de wachtlijsten bij het Expertisecentrum Euthanasie zijn veel te lang."
Ondanks de "onbekendheid en koudwatervrees" denkt Van Veen dat psychiaters steeds meer verzoeken zullen inwilligen, een trend die de afgelopen jaren al heeft ingezet. Hierbij hechten psychiaters veel belang aan een uitgebreide diagnose en een behandeling waarin op z'n minst medicatie en psychotherapie moet zijn geprobeerd, blijkt uit Van Veens promotieonderzoek. Ook vinden ze dat de sociaal-maatschappelijke situatie ertoe doet en zo nodig verbeterd moet zijn.
De drempels voor euthanasie verlagen kan ook, maar Van Veen vraagt zich af of dat wenselijk is. "We weten dat de prognose voor mensen die dood willen, vaak goed is. En dat menigeen, zonder het diepe lijden te willen bagatelliseren, na een poging tot zelfdoding spijt heeft en het nooit meer doet."
Interview rouwexpert Geert Smid
"Als euthanasie niet lukt, kunnen mensen zich genoodzaakt voelen tot zelfdoding "
Waar komt die terughoudendheid bij psychiaters vandaan om euthanasie te verlenen?
"Bij lichamelijke ziekten is er sprake van terminaal lijden, waarbij oncologen kunnen voorspellen hoe het met een kankerpatiënt afloopt, of hij beter wordt of niet. Dat kunnen psychiaters niet. Daarom vinden ze het ingewikkeld om een wezenlijk aspect van euthanasie, uitzichtloos lijden, vast te stellen."
Toch doen nabestaanden in uw onderzoek een appel op psychiaters om vaker overstag te gaan. Waarom precies?
" Als euthanasie niet lukt, kunnen mensen zich genoodzaakt voelen tot zelfdoding. Het risico daarop is behoorlijk hoog: eerder bleek uit onderzoek dat 16 procent van de mensen die afgewezen wordt, daarna uit het leven stapt."
Steunt u het pleidooi van de nabestaanden?
"Ik hoop dat psychiaters de rouwklachten van nabestaanden, die beduidend ernstiger zijn na zelfdoding van hun partner, meewegen in hun oordeel over euthanasie. De artsen van het Expertisecentrum Euthanasie (voorheen de Levenseindekliniek, red.) vervullen nu een voortrekkersrol, maar dat betekent niet dat je als psychiater kunt denken: ach, zij doen het, dus ik trek mijn handen ervan af. Op zijn minst moet je professioneel met een verzoek omgaan en er niet negatief op reageren."
Gebeurt dat?
"Dat heb ik weleens vernomen. Vroeger vaker dan nu."
In de trant van: hoe durft u mij dat als arts te vragen?
"Ja, zo van: 'Wij zijn er voor het leven. Bij ons bent u aan het verkeerde adres. Als dit is waar u op uit bent, dan stopt het hier.'”
Het Expertisecentrum Euthanasie ontfermt zich nu over de meeste verzoeken van psychiatrische patiënten. Ontlopen psychiaters hun verantwoordelijkheid?
"Dat vind ik zwaar uitgedrukt, ook vanwege de eerder genoemde onvoorspelbaarheid van hoe een psychiatrische aandoening zich ontwikkelt. Maar ook omdat je je als arts in een situatie begeeft die potentieel strafbaar is. Dat vindt de artsenvereniging KNMG ook nog steeds. Dus het is niet iets wat je makkelijk doet. Meer onderzoek zou helpen."
Waarnaar?
"Naar de lotgevallen van naasten en patiënten die een euthanasieverzoek doen. Volg mensen een tijd lang en kijk wat er gebeurt. Dat kan variërend van een afwijzing die uitmondt in herstel tot een toekenning die zo lang op zich laat wachten dat de patiënt toch zelf een einde aan zijn leven maakt. Voor mensen met psychische aandoeningen zijn de wachttijden bij het expertisecentrum nu twee jaar."
U vindt dat nabestaanden van partners die euthanasie plegen, meer ondersteuning moeten krijgen?
"Klopt, maar ook degenen die na een niet-gewelddadige, geplande suïcide alleen achterblijven. Die moeten het vaak zelf uitzoeken. Er zijn wel organisaties bij betrokken als de Einder, maar die balanceren ook op de rand van het juridisch toelaatbare. Dit soort suïcides spelen zich grotendeels buiten het gezichtsveld van hulpverleners af. Het zit in de taboesfeer. Meer openheid hierover zou goed zijn."
Praten over zelfdoding helpt en kan bij hulp- en preventielijn 113. Telefoonnummer 0900-0113 of www.113.nl