Al vele jaren behandelt de Britse vermoeidheidsexpert Vincent Deary patiënten die mentaal uitgeput zijn. Tijdens het schrijven van zijn boek Hoe we breken stortte hij zelf in.
The Walking Dead, seizoen 4, aflevering 2: "Je bent niet veilig. Hoeveel mensen je ook om je heen hebt, hoe ongevaarlijk je omgeving ook lijkt." Met dit citaat begint hoofdstuk 2, maar verderop in het boek ontmoeten we Wittgenstein, Samuel Beckett, Spinoza, Boeddha en Kate Bush. "Ook aan Buffy the Vampire Slayer had ik enkele, treffende wijsheden ontleend, maar die heeft m'n redacteur geschrapt", lacht de Britse gezondheidspsycholoog Vincent Deary.
Het bonte palet aan citaten is afkomstig uit zijn boek Hoe we breken, dat vorig jaar verscheen. 'Dit is geen boek over psychische aandoeningen', meldt de inleiding. 'Dit is een boek over jou en mij, over wat er gebeurt als we over onze grenzen worden geduwd.' Hoe we breken is een eigenzinnig mix van filosofie, biografie en zelfhulp. Inzichten van Spinoza volgen op persoonlijke ontboezemingen (‘Ik ben op mijn hoede geboren’) en opdrachten aan de lezer (hoeveel werk moet jij verrichten om je staande te houden?).
Deary (1963) is hoogleraar toegepaste gezondheidspsychologie aan de Northumbria University in Newcastle. Tot voor kort werkte hij in een kliniek voor patiënten die lijden aan zware vermoeidheid. Die kan het gevolg zijn van ziekten als kanker of autoimmuunziekten, of van mentale overbelasting, zegt hij in een zitkamer van het Ambassade Hotel in Amsterdam, waar hij verblijft. "We zien in Engeland nu tieners met een burn-out, jongeren die onderuitgaan op school, omdat ze te veel druk ervaren om te presteren of omdat ze het slachtoffer zijn van pesterijen."
Deary citeert niet alleen filosofen en schrijvers, maar ook een pestkop die hem als kind het leven zuur maakte: ‘Morgen hak ik je in tweeën, Deary.' Op de lagere school staat hij doodsangsten uit. 'Als trollen' wachten de plaaggeesten hem onder een brug op. Sindsdien is hij altijd voorbereid op gevaar. ‘Om de jachthonden net één stap voor te blijven.’
Betekent opgroeien in een onveilige omgeving een hoger risico voor mentale uitputting later in het leven?
"Ja, zeker. Als je in een stressvolle omgeving opgroeit, moet je alert zijn. Daar blijf je als volwassene last van houden, al of niet in combinatie met een aangeboren neurotische persoonlijkheid. Ook in de kliniek waar ik werkte, zagen we veel patiënten die nooit uit stonden, altijd in de hoogste versnelling. Iets wat ik tegenwoordig ook bij veel van mijn vrienden en collega's zie."
Hoe bedoelt u dat?
"In de universiteit maar ook in de gezondheidszorg staan mensen onder constante druk, ofwel om meer wetenschappelijke artikelen af te leveren of om meer patiënten te behandelen. Ze staan altijd aan, werken ook 's avonds en in het weekend. Ondertussen stijgt de allostatische belasting, zoals we dat in de gezondheidspsychologie noemen. Het lichaam moet steeds harder werken om een gezonde balans te handhaven. De gevolgen van deze langdurige stress zijn niet alleen mentaal maar ook fysiek. Je immuunsysteem raakt van slag, net als je darmen, het hart, het hele lichaam. Sommige patiënten in de kliniek vielen regelmatig flauw."
In uw boek noemt u het "idioot" om mensen die mentaal uitgeput zijn alleen psychotherapie te geven.
"Ik wil eerst weten wat er is gebeurd. Wat heeft je over de rand geduwd? Problemen op het werk, een levensbedreigende ziekte of een relatie die op de klippen is gelopen? Meestal is het een combinatie van emotionele, lichamelijke en sociale omstandigheden. Ja, ook lichamelijk. Wie depressief is of angstig, heeft weinig energie, eet minder, of leeft volgens een verstoord dag- en nachtritme. Allemaal fysieke symptomen die je kunt aanpakken. Ook de sociale omstandigheden spelen mee. Twee collega's van mij trokken het niet meer, toen de ene bezuiniging op de andere volgde in de gezondheidszorg. Ze spraken erover met hun baas, en wat bood hij hen aan: een cursus veerkracht. Dat noem ik dus idioot, om het probleem bij het individu te leggen in plaats van bij het systeem."
De meeste psychologen zien psychotherapie als de juiste behandeling bij een burn-out, terwijl anderen zweren bij een lichamelijke aanpak, met veel rust houden. Wat heeft uw voorkeur?
"Vaak zijn we op zoek naar dé oplossing, maar die is er niet. In onze kliniek, die helaas anderhalf jaar geleden moest sluiten, kregen patiënten te maken met een arts, een ergotherapeut, een fysiotherapeut en een psycholoog. En ik kan je zeggen: het is nog nooit voorgekomen dat twee patiënten precies dezelfde behandeling kregen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal en kwetsbaarheden, en die vragen altijd om maatwerk."
We moeten volgens u leren hoe te rusten. U noemt dat een vaardigheid. Waarom?
"Veel mensen met een perfectionistische inslag voelen zich alleen goed als ze presteren, produceren, aan het werk zijn. Rust nemen ervaren ze als onprettig, omdat er dan niets uit hun handen komt. Sommigen voelen zich zelfs schuldig. Als deze workaholics instorten, moet ik ze leren hoe ze tot rust kunnen komen. Dat weten ze zelf niet. Voor de een is dat wandelen in de natuur, voor de ander koken, en voor weer een ander muziek luisteren. Ze leren dan dat rust nemen oké is, maar ook dat ze zelf oké zijn, dat hun eigenwaarde niet afhangt van de prestaties die ze leveren."
In NL bakkeleien psychiaters en psychologen over de vraag of burn-out überhaupt bestaat. Volgens huisartsen wel, maar psychiaters erkennen de diagnose niet. Volgens sommigen lijken de symptomen veel op die van depressie en angststoornis. Hoe kijkt u daartegenaan?
"Natuurlijk bestaat burn-out. Kijk naar de patiënt die voor je zit. Volledig uitgeput, niet in staat om te functioneren, soms niet eens om te lopen. En ja, waarschijnlijk ook angstig en gedeprimeerd, zou ik ook zijn. Maar wat maakt het uit. De patiënt heeft geen enkele reserves meer en kan het leven niet meer aan. Je kunt niet zeggen dat dit niet bestaat. Dat is onzin."
De sceptici ontkennen niet het lijden, alleen het label waarvoor volgens hen weinig wetenschappelijk bewijs bestaat.
"Hoe dan ook moet je iets met die patiënt, op zijn minst lichamelijk activeren, op de been krijgen. Eigenlijk ben ik helemaal niet geïnteresseerd in diagnoses. Ik wil weten waarom deze patiënt is vastgelopen en worstelt met het leven, wat het verhaal hierachter is. Eerlijk gezegd vind ik dat debat of burn-out al dan niet bestaat, belachelijk. Wat hebben patiënten hieraan? Wij hebben ze een tijd terug gevraagd wat ze het meest waardeerden in onze kliniek. Het antwoord: dat jullie me geloofden."
Tijdens het schrijven van ‘Hoe we breken’, brak u op een dag zelf. ‘Het was de hel, het was oorlog’, schrijft u. Wat was er gebeurd?
"Ik was uitgeput, negen maanden tot een jaar lang. Er was te veel gebeurd in mijn leven. Van baan veranderd, mijn vader en moeder overleden, m'n relatie eindigde, en dan ook nog een boek moeten schrijven."
U zag ertegenop?
"Ja, het was een pijnlijke 'reis'. Kijk, mijn eerste boek How we are schreef ik vooral mezelf. Ik had plezier in het schrijven en ging er niet van uit dat het manuscript zou worden uitgegeven. Toen ik het af had, heeft het drie jaar in een la gelegen. Totdat een vriendin het las, die in een uitgeverij had gewerkt. Toen kwam van het een het ander. Ik was verbaasd dat er belangstelling voor was, en dat er goede recensies verschenen. Sindsdien zaten er mensen op mijn tweede boek te wachten. En dat verhoogde de druk, die ik vooral mezelf oplegde."
Hoe bent u uit dat dal geraakt?
"Op het dieptepunt heb ik hele dagen lang tv gekeken. Ik weet eigenlijk niet of dat rustgevend is, ik zou het m'n patiënten niet aanraden, maar voor mij werkte het. Ik keek naar The West Wing en The Good Wife, dramaseries over integere mensen die worstelen om het goede te doen. Comfort viewing, zou je kunnen zeggen, moreel inspirerend. Uiteindelijk ben ik naar het Lake District vertrokken om aan te sterken in een hotel met zwembad, waar ik gezond heb gegeten en gewandeld. Alleen al de schoonheid van het landschap leek me goed te doen."
En uitrusten, hoe doet u dat het best?
"Door te lezen. In de moeilijke periode heb ik geleerd dat goede boeken me voeden, dat ze me opwinden, haast lichamelijk. Ik lees nu Spinoza's religie, een schitterend boek van filosofiehoogleraar Clare Carlisle. Met prachtige passages over hoe je een ethisch verantwoord leven leidt. Als ik er alleen al aan denk, krijg ik kippenvel."
Hoe te leven
Schrijver en psycholoog Vincent Deary publiceerde op zijn 50e zijn eerste boek How we are (2014). Daarin beschrijft hij de macht van de gewoonte. Hoe mensen daarin gevangen kunnen raken en hoe ze zich eruit kunnen ontworstelen. Vorig jaar verscheen How we break (2024), dat opgedeeld is in twee delen: beven en breken. Wat gebeurt er precies als we onszelf over de kling jagen? Het wachten is op How we mend, dat waarschijnlijk in 2026 uitkomt. Daarin zal Deary het helingsproces tegen het licht houden. De drie boeken vormen samen de trilogie How to live.