Patiëntenplatform Mind pleit voor een wettelijk verbod op eenzame opsluiting in de psychiatrie. Is dat uitvoerbaar?
Voor patiëntenplatform Mind is de maat vol. Al sinds 2004 proberen GGZ-instellingen minder patiënten op te sluiten, maar alle goede bedoelingen draaien op niets uit. In 2016 zouden veertien instellingen binnen vier jaar alle separaties uitbannen. Een jaar later bleek het aantal insluitingen in Nederland zelfs gestegen volgens de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). In 2021 zaten 7695 mensen in de separeer, in 2023 waren dat er 8819.
Mind overhandigt op dinsdag een petitie aan Tweede Kamerleden en pleit voor een wettelijk verbod op eenzame opsluiting. Oftewel: "Op het isoleren van mensen in een kale ruimte met alleen een matras", zegt Dienke Bos, directeur-bestuurder van Mind. "Waarin je een scheurjurk aankrijgt, en alleen achter wordt gelaten. Dat is geen goede zorg, daarvan raak je getraumatiseerd."
Isoleercellen gesloopt
Een wettelijk verbod dwingt instellingen om anders te gaan werken, zegt Bos, en verwijst naar GGZ-instelling Breburg, waar dat is gelukt. "Daar hebben ze zelf de deuren uit de isoleercellen gesloopt en nu separeren ze nauwelijks nog. Bij een wettelijk verbod zouden alle instellingen zo'n omslag moeten maken."
Het patiëntenplatform is niet tegen afzonderen per se. Soms is dat nodig, zegt Bos. "Maar als het dan toch moet, laat je cliënten niet aan hun lot over, maar houd je als hulpverlener nauw contact. Zo gebeurt dat op de zogeheten HIC-afdelingen, wat staat voor high & intensive care. Patiënten zijn daarover zeer te spreken."
Agressie
Marlies Jehoel-Van As, verpleegkundig specialist van de Eindhovense instelling GGzE, ziet een verbod als de enige manier om met eenzame opsluitingen af te rekenen. "Wanneer instellingen blijven beschikken over separeercellen, gebruiken ze die ook. Maar stoppen kan niet van de ene op de andere dag. HIC-afdelingen zijn kostbaar en arbeidsintensief. Je hebt voldoende personeel nodig. Sommige afdelingen in de Randstad, waar patiënten verblijven met vaak zwaardere problemen, kennen een personeelsgebrek tot 50 procent."
Ook het verloop op deze afdelingen is groot, zegt Jehoel-Van As. "Uit een landelijk onderzoek blijkt dat mensen gemiddeld twee jaar op een HIC werken. Het is intensief werk met wisselende diensten. En na meerdere ervaringen met agressie stoppen sommige medewerkers."
Acuut gevaar
Yolande Voskes, senior onderzoeker bij GGzE en het Amsterdam UMC, wil eveneens af van de eenzame opsluitingen, maar een verbod is volgens haar niet uitvoerbaar. "Als je zomaar stopt, ontstaan gevaarlijke situaties. Het vraagt om een compleet andere werkhouding van zorgmedewerkers, waarbij je veel meer anticipeert op agressie. Waarbij je van tevoren van patiënten wil weten hoe de agressie zich bij hen openbaart, wat de eerste tekenen zijn. En hoe ze het best te kalmeren zijn."
Een verbod op separatie klinkt sympathiek, laat de beroepsvereniging voor verzorgenden en verpleegkundigen (V&VN) weten. "Maar in de praktijk is het niet zo zwart-wit. Je wilt het liefst dat separatie nooit nodig is maar soms, bij acuut gevaar of ernstig onvoorspelbaar gedrag, kan een aparte ruimte nodig zijn om escalatie of letsel te voorkomen. Dat is geen doel op zich, maar een uiterste maatregel."
Museum
Mind noemt het onbegrijpelijk dat het in ruim twintig jaar niet is gelukt om af te rekenen met eenzame opsluitingen. Dienke: "Ook omdat geen enkele hulpverlener dit met plezier doet. Het heeft ook geen therapeutische meerwaarde."
Volgens Voskes, zelf ooit psychiatrisch verpleegkundige, is er toch veel veranderd, ook al is dat niet altijd in de statistieken terug te zien. "Twintig jaar geleden straften we patiënten nog met separatie, als ze een kop koffie door de keuken gooiden. Dat gebeurt niet meer. Ook hebben we meer oog voor de behoeften van patiënten. Maar goed, de separeer het museum in, zoals we ooit scandeerden, is niet gelukt. De zorg voor ernstig zieke mensen in de samenleving is gewoon complexer dan menigeen denkt."